‘Meer keuze is niet altijd beter’
Hobbe Jan Hiemstra
Programmamanager e-mental health
ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum





Hobbe Jan Hiemstra werkt bij Arq als informatiemanager en projectmanager e-health. Hij is betrokken bij de ontwikkeling van de ggz-appwijzer. Zo maakt hij zich onder andere hard voor de koppeling van de wijzer met de persoonlijke gezondheidsomgeving voor cliënten (PGO) of patiëntenportalen. ‘Er zijn wel duizenden apps. Dan kan het overweldigend zijn om te kiezen. Daarom is het goed dat de wijzer al een selectie maakt en als je die via je eigen systemen ontsluit.’
Waarom is e-health in de ggz zo belangrijk?
‘Ten eerste kunnen deze helpen bij het verhogen van de eigen regie van patiënten en het verminderen van wachtlijsten. Wat je ook ziet is dat de behoefte van cliënten verandert en dat er meer vraag is naar apps en achterliggende diensten. In die zin dat mensen verwachten dat ze altijd en overal gebruik kunnen maken van diensten. Ze verwachten de ervaring die ze bij Google of Coolblue hebben ook bij GGZ. Daar kun je op inspelen.’
Is het ook effectiever?
‘De meningen over de effecten zijn verdeeld. Ik denk dat het erg afhankelijk is van de persoon en situatie. Persoonlijke behandeling is ongetwijfeld het beste wat je kunt inzetten. Alleen, de “ouderwetse” manier van alleen ondersteuning en behandeling tijdens periodieke afspraken komt vaak niet altijd tegemoet aan de behoeften van patiënten in behandeling. Het gaat er ook om wat er gebeurt tussen de afspraken in. Dat kunnen net momenten zijn waardoor je niet terugzakt of waarbij je op dat moment heel gericht iets kunt aanpakken. Dat kun je mogelijk maken met technologie. Ik denk dat een van de krachtigste dingen van technologie is dat je tussentijds berichten kunt uitwisselen met je behandelaar. In de toekomst lijkt het mij ook een mogelijkheid om daar ai-bots voor in te kunnen zetten. Soms is het belangrijk dat iemand altijd zijn verhaal kwijt kan en gaat het meer om luisteren dan om de feedback.’
Wat vind je van de GGZ-appwijzer?
‘Ik denk dat deze wijzer heel erg nodig is, omdat er heel veel beschikbaar is, maar slecht vindbaar en het onduidelijk is wat de kwaliteit is. Er zijn wel duizenden apps. Dan kan het overweldigend zijn om te kiezen. Hoe meer pakken cornflakes, hoe langer je voor het schap staat. Dat geldt ook voor een appstore. Meer keuzes is niet altijd beter. Daarom is het goed dat de wijzer een goede selectie maakt en dat je inzicht krijgt in de kwaliteit, veiligheid en betrouwbaarheid van een app. Daarbij is het fijn dat je hiermee altijd een up-to-date overzicht hebt.’
Wat adviseer je behandelaren?
Bij behandelaren speelt heel erg het ‘do not harm’- principe. Ik denk dat zij daardoor apps, door hun eigen onbekendheid ermee, niet zo snel durven aanraden aan patiënten. Ook speelt er angst dat de kwaliteit niet goed is. Patiënten zouden daarentegen juist wat voorzichtiger moeten zijn. Die zitten misschien omhoog en gaan te snel gewoon wat proberen met alle risico’s die er zijn. Apps waarbij gegevens niet veilig zijn of een app die iemand misschien verder in de problemen brengt. Dus wijs als behandelaren je patiënten op de appwijzer en ga er zelf ook eens doorheen. Zie de behoefte van patiënten ook als laagdrempelig. De apps zijn niet meteen altijd als een behandeling bedoeld, maar als iets wat op dat moment voldoet aan de behoefte van een patiënt. De meest succesvolle apps zijn vaak apps die helpen of coachen bij de uitdagingen waar patiënten tegen aan lopen: hoe iemand slaapt, zingeving of planning van dagelijkse activiteiten. Die lossen misschien niet alle mentale problemen op, maar kunnen wel bijdragen aan een betere kwaliteit van leven.’
En waarom die koppeling met het PGO?
Ik zou het mooi vinden als alle PGO’s informatie vanuit de appwijzer zouden ontsluiten en een koppeling hiermee zouden bieden en ook dat de patiëntenportalen de appwijzer ontsluiten. Dat kan door te portalen te koppelen met de API van de ggz-appwijzer. Zo bieden we allemaal een up-to-date overzicht van goede en betrouwbare apps. Voor behandelaren kan een integratie met eigen platformen helpen om hun vertrouwen te vergroten. Voor patiënten betekent het dat de vindbaarheid van de appwijzer en relevante apps wordt vergroot. Bovendien wekt het ook voor patiënten vertrouwen als je als zorgaanbieder dit via je eigen systemen faciliteert. We weten dat het advies van de behandelaar heel belangrijk is.
Nog wensen voor de toekomst?
‘Graag zou ik zien dat de data van apps gedeeld kan worden met behandelaarsportalen en EPD’s, zodat behandelaren na toestemming van patiënt meer inzicht hebben zonder daar extra moeite voor te hoeven doen.’